Hoogbegaafden zijn altijd succesvol. Of niet?

Hoogbegaafden lijken zeer intelligent, zijn altijd vijf stappen voor en zien overal oplossingen nog voor anderen zelfs het probleem zagen. Eerste vraag: “Zijn hoogbegaafden dan niet automatisch zeer succesvol?”

Neen, helemaal niet. Hoogbegaafdheid en uitzonderlijk succes zijn zeker niet hetzelfde. Ik licht je graag toe waarom het dat zo is. Heel wat hoogbegaafden presteren net onder hun kunnen.

Een tweede vraag die bij mij dan oppopt is: “Moet elke hoogbegaafde zijn potentieel dan ten volle benutten?” Neen absoluut niet, daarom dat er voor mij de nadruk op ligt dat we bij het coachen van hoogbegaafden, hen begeleiden in te doen wat ze willen doen, niet wat ze kunnen doen. Toch ga ik graag wat dieper in op de vraag of hoogbegaafden altijd succesvol zijn of niet. De reden da, is omdat ik zie dat velen twijfelen aan hun eigen hoogbegaafdheid omdat ze (in hun ogen) niet het succes bereikt hebben dat er vaak mee geassocieerd wordt.

Om hier wat duidelijkheid rond te krijgen is het belangrijk om even terug te gaan naar de kindertijd die we vooral op school doormaakte. Want ook daar zien we het onderpresteren naar boven komen. Niet alle hoogbegaafde leerlingen presteren goed op school. Hoogbegaafde kinderen beginnen het schooljaar vaak vol leven, energie en nieuwsgierigheid. Ze zijn intens en gedreven. En dan haalt de werkelijkheid hen in. Ze worden (heel vroeg soms) geconfronteerd met de beperkingen van hun omgeving (vaak de school), met peer pressure, verwachtingspatronen van anderen en hun eigen angsten. Daarom gaan ze hun gedrevenheid verminderen, want wie bost er immers graag voor zijn plezier tegen de muur. De leerlust lijkt ineens te verdwijnen.

Een kind dat erg betrokken was bij school kan plots al zijn interesse en motivatie verliezen. Dat zie je door dat ze risico’s vermijden, het zichzelf gemakkelijk maken bij taken of ronduit weigeren te studeren en boos worden op het hele schoolse gebeuren. Dit proces kan plots plaatsvinden, of het kan langzaamaan gebeuren.

Laat ons eens kijken naar wie die onderpresteerder is? De groep onderpresteerders is heel divers en het gedrag heeft verschillende oorzaken, zoals emotionele noodzaak, familiale problemen of door groepsdruk. Het komt regelmatig voor dat het zich ontwikkelt vanuit een antwoord op verveling en een tekort aan uitdaging op school. Soms is het makkelijk te herkennen, soms is het subtieler en wordt het over het hoofd gezien. Vandaag zijn de scholen al veel beter uitgerust om de onderpresteerders te identificeren en te helpen. Pakweg 20 jaar geleden was hiervan geen sprake van, vandaar dat er behoorlijk wat volwassenen hoogbegaafden vandaag nog steeds die rugzak met zich meedragen.

Waarom zijn de hoogbegaafde onderpresteerders zo moeilijke te identificeren?

Een onderpresteerder identificeren is niet zo moeilijk. Een hoogbegaafde onderpresteerder identificeren is een pak ingewikkelder. Dat komt omdat hoogbegaafden zo gedreven zijn in het dragen van maskers om hun hoogbegaafdheid te verstoppen en om erbij te horen. Doordat ze met relatief weinig inspanning toch nog voldoende scoren om de deliberaties door te komen, blijven ze steeds net onder de radar.

Het helpt niet dat onderpresteren in de litereratuur geen duidelijke definite kent. Zowel over de definitie hoogbegaafdheid als over de definitie onderpresteren heerst nog wat discussie. Is hoogbegaafdheid hetzelfde als een hoog IQ? Voor sommige wetenschappers wel, voor anderen dan weer niet. (Lees er hier meer over)

En als we kijken naar onderpresteren, lopen we ook vast op een aantal vragen. Hoe meet je onderpresteren? Wat is dan presteren? Wanneer is het eronder? Wie bepaalt dat? Zijn dat de punten, de leerling, de leeraar, je baas? Om deze post niet te lang te maken zet ik hier even de consensus over de criteria van onderpresteren, die ondanks de theoretische en paktische moeilijkheden door veel onderzoekers aanvaard worden. We spreken van onderpresteren wanneer:

  1. Er een discrepantie zit tussen het potentieel van de leerling en zijn prestaties

  2. Dit op zijn minst al langer dan een jaar duurt

  3. Het niet het gevolg is van een fysieke, mentale of leer-stoornis.

Deze basiscriteria zijn slechts een beginpunt en omvatten niet de gehele complexiteit en diversiteit van hoogbegaafde onderpresteerders. In de academische wereld wordt er meer gedetailleerde informatie aangeboden op basis van wetenschappelijk onderzoek, theorieën rond hoogbegaafdheid en onderpresteren, en klas- of klinische observaties. Op basis van de literatuur is er een beeld van verschillende soorten hoogbegaafde onderpresteerders ontstaan.

Dus, wie is die hoogbegaafde onderpresteerder?

Eén manier om de verschillende types van hoogbegaafde onderpresteerders te onderscheiden, is om volgende vier categorieën van onderpresteren te beschouwen:

  • Onvrijwillig onderpresteren

Dit zijn leerlingen die wel willen succes behalen, maar die vast zitten in scholen die onvoldoende middelen hebben, die weinig personeel hebben of die niet in staat zijn om aan hun noden te voldoen. Vaak komt dit probleem voor in gemeenschappen van minderheden en lagere sociale status, waardoor deze hoogbegaafde leerlingen zich vaak vervelen, afgeleid worden en zich helemaal niet bewust zijn van de mogelijkheden in meer uitgebreid, verrijkt onderwijs. Velen zijn nooit geïdentificeerd als hoogbegaafd en kregen geen hoogbegaafd onderwijs aangeboden. Sommige van deze studenten kunnen wel hard werken, maar kregen nooit een kans om uit te blinken. Anderen laveren door school, geven op of tonen verstorend gedrag als gevolg van verveling. Het onderpresteren van deze leerlingen is het gevolg van een gebrek aan beschikbare opties en wordt niet veroorzaakt door persoonlijke problemen, familiale problemen of conflicten met klasgenoten.

  • Klassiek onderpresteren

Deze hoogbegaafde leerlingen presteren ondermaats in elk studiegebied. Ze hebben school opgegeven… en ook zichzelf. Dit onderpresteren begint meestal in het middelbaar, hoewel er al signalen waren van verveling of depressie tijdens de lagere schooltijd. Ze zijn dikwijls boos, apathisch, rebels of teruggetrokken. Door hun intelligentie geven zij zichzelf dikwijls een groot aantal “logische” verklaringen voor de weigering om zichzelf in te spannen, en staan ze weigerachtig tegen de inspanningen van ouders of leraren die hen trachten aan te moedigen, te porren of zelfs te dwingen om iets te doen. Het schoolteam zelf blijft gefrustreerd achter, wijst hen op ‘de verkwisting van zoveel talent’ en is bezorgd om het feit dat ze deze kinderen ‘verloren’ heeft.

  • Selectief onderpresteren

Deze onderpresteerders zijn actieve consumenten: ze kiezen ervoor om enkel uit te blinken in hun interessegebied of in het vak waarvan ze hun leerkracht graag hebben en respecteren. Voor al het andere topics vertonen ze weinig inzet. Ze zien school als een zondags buffet waarbij ze kunnen kiezen wat ze willen en de rest negeren. Dit concept van ‘selectieve consumenten’ is voor het eerst verwoord door Jim Delisle en beschrijft de heel onafhankelijke weg dat deze leerlingen nemen. Hoewel ze toch nog wat uitdaging zoeken in de zaken die ze leuk vinden en waarin ze betrokken zijn, is hun weigering om te presteren voor andere vakken een hindernis die hun academische ontwikkeling beperkt en een ongezonde rem is op hun toekomstig leren. Het kan ook effect hebben op hun diploma en mogelijkheden tot verdere studies en carrière.

  • Onder de radar presteren

Deze onderpresteerders worden vaak over het hoofd gezien en soms zelf aanzien voor hoogpresteerders. Dit zijn de uitzonderlijk hoogbegaafde leerlingen die door school walsen, vaak gemiddeld tot bovengemiddelde punten behalen, maar die hun eigenlijke potentieel nooit bereiken. Gezien hun prestaties wordt hun gebrek aan inspanning vaak niet herkend en ze worden zelden aangemoedigd om zichzelf uit te dagen. Bijgevolg durven ze geen academische risico’s te nemen, ervaren ze nooit geen falen en leren ze er nooit van of gaan ze geen veerkracht ontwikkelen. Deze levenslessen komen vaak pas veel later – op de universiteit of op het werk – waardoor ze compleet van slag kunnen zijn doordat ze hier nooit op voorbereid zijn.

Veel van deze onderpresteerders werden niet geïdentificeerd en zijn gewoon ouder geworden en aan hun carrière gestart (misschien hebben ze hun school afgemaakt, misschien ook niet). Maar de problemen die ze toen hadden, hebben ze ook nu nog. Het vermijden van risico, binnen de comfort zone blijven, niet weten hoe je moet falen en hoe je moet leren, extreem uitstel gedrag, liever iets niet doen dan iets verkeerd doen.

Baker, J., Bridger, R., & Evans, K. (1998). Models of underachievement among   gifted preadolescents: The role of personal, family, and school factors. Gifted Child Quarterly, 42, 5-15.

Clasen, D., & Clasen, R. (1995). Underachievement of highly able students and   the peer society. Gifted and Talented International, 10, 67-76.Delisle, J. & Galbraith, J. (2002). When gifted kids don't have all the answers: How to meet their social and emotional needs. Minneapolis, MN: Free Spirit Publishing.

Emerick, L. (1992). Academic underachievement among the gifted: Students’ perceptions of factors that reverse the pattern. Gifted Child Quarterly36,140-     146.

McCall R., Evahn, C., & Kratzer, L. (1992). High school underachievers: What do they achieve as adults?  Newbury Park, CA: Sage.

McCoach, D. & Siegle, D. (2001). Why try? Factors that differentiate underachieving gifted students from high achieving gifted students. Office of Educational Research and Improvement: Washington, DC. Retrieved from  http://files.eric.ed.gov/fulltext/ED454678.pdf.

Olszewski-Kubilius, P. & Clarenbach, J. (2012). Unlocking Emergent Talent: Supporting High Achievement of Low-Income, High-Ability Students. National Association for Gifted Children: Washington, DC.

Peterson, J. (2000). A follow-up study of one group of achievers and underachievers four years after high school graduation. Roeper Review, 22, 217-224.

Reis, S. & McCoach, D. (2000). The underachievement of gifted students: What do we know and where do we go? ****Gifted Child Quarterly, 44, 152-170.

Vorige
Vorige

Ben jij al uit de kast?

Volgende
Volgende

Is je persoonlijkheid gelinkt aan je hoogbegaafdheid?